Op 1 juli is de jaarlijkse huuraanpassing. U krijgt hierover bericht vóór 1 mei. Voor sociale huurwoningen geldt dat de maximale huurverhoging door de overheid wordt bepaald. Hieronder staan de verschillende percentages die ZVH doorberekend. In de brief die wij sturen vindt u het percentage en de nieuwe maandelijkse huurprijs die voor u geldt. Voor de jaarlijkse huuraanpassing in 2022 geldt het volgende:
Voor eenpersoonshuishoudens met een inkomen lager dan € 47.948 of meerpersoonshuishoudens met een inkomen lager dan €55.486, mag de huurverhoging maximaal 2,3% (=inflatie) zijn. ZVH verhoogt de huur in veel gevallen met een lager percentage:
De maximale huur is onder andere gebaseerd op de WOZ waarde en het energielabel. Wij houden rekening met de kwaliteit van de woning en u krijgt een lagere huurverhoging als u in een niet goed geisoleerde woning woont met hogere energielasten.
*) De nieuwe netto huurprijs wordt niet hoger dan de sociale huurgrens van € 763,47. Het percentage van uw huurverhoging wordt hier indien nodig op aangepast.
*) Voor kamers geldt een huurverhoging van 2,3%.
Inkomensafhankelijke huurverhoging
Hogere inkomens mogen dit jaar een inkomensafhankelijke huurverhoging krijgen van maximaal € 50 of € 100. De grootte van het huishouden en het inkomen bepaalt of een inkomensafhankelijke huurverhoging van toepassing is. ZVH verhoogt de huur met een lager bedrag dan maximaal is toegestaan, namelijk als volgt:
Huishouden en inkomen | Huurverhoging |
---|---|
Eenpersoonshuishouden met inkomen tussen € 47.948 - € 56.527 | € 40 |
Eenpersoonshuishouden met inkomen hoger dan € 56.527 | € 80 |
Meerpersoonshuishouden met inkomen tussen € 55.486 - € 75.369 | € 40 |
Meerpersoonshuishouden met inkomen hoger dan € 75.369 | € 80 |
Deze extra huurverhoging geldt niet voor huishoudens met een gehandicapte bewoner of chronisch zieken met een CIZ indicatie. Zie voor meer informatie en de uitzonderingen de veelgestelde vragen hieronder.
Vrije sector en overige verhuur
Huurt u een vrijesectorwoning? Dit jaar verhogen wij de huur met 3,3%. Uw netto huurprijs wordt echter niet meer verhoogd als deze de maximale huurprijs van uw woning heeft bereikt die wij voor dit jaar hebben vastgesteld. U krijgt vóór 1 mei bericht hierover.
De huur van parkeerplaatsen wordt verhoogd met 3%. Huurt u bedrijfsonroerend goed, dan krijgt u ook binnenkort bericht over uw nieuwe huurprijs.
Om te beoordelen wat het percentage van de huurverhoging is, hebben wij van de Belastingdienst een indicatie van het belastbaar jaarinkomen van uw huishouden gekregen. Dit gaat niet om uw exacte inkomen, maar om een code die aangeeft in welke inkomensgroep u valt: boven of onder de grens van € 47.948 (alleenwonende) of € 55.486 (niet-alleenwonenden).
Woningcorporaties mogen de huur één keer per 12 maanden verhogen. Er zijn twee situaties waarbij de verhuurder twee keer per jaar een huurverhoging mag doorvoeren:
Sociale huur
De overheid bepaalt de hoogte van het jaarlijkse maximale huurverhogingpercentage. Voor een zelfstandige woning is de maximale huurverhoging afhankelijk van het huishoudinkomen van de huurder. Voor de verschillende inkomensgroepen gelden de volgende maximale percentages:
Inkomen < € 47.948 (alleenwonende) of € 55.486 (meerpersoonshuishouden) : 2,3%
Inkomen > € 47.948 (alleenwonende) of € 55.486 (meerpersoonshuishouden) : € 50 of € 100
Voor huurders van een onzelfstandige woning mag de maximale huurverhoging 2,3% zijn.
ZVH verhoogt in veel gevallen de huren met een lager percentage.
Vrije sector huur
De verhuurder/ woningcorporatie mag zelf bepalen hoe hoog de huurverhoging is. Dit kan per complex of zelfs per woning verschillen.
Als uw huur wijzigt, kan dat gevolgen hebben voor de hoogte van uw huurtoeslag. Het is daarom belangrijk dat u deze wijziging doorgeeft aan de Belastingdienst. Zo krijgt u altijd de juiste toeslag. Kijk op de website van de Belastingdienst of www.toeslagen.nl. U kunt ook bellen met de Belastingdienst. 0800-0543
Als u gebruik maakt van een periodieke overschrijving (internetbankieren), dan moet u per 1 juli het bedrag wijzigen. Als u dit eerder doet dan betaalt u teveel. Vergeet u dit bedrag aan te passen, dan betaalt u te weinig.
Als uw huur wordt betaald door een instantie (zoals de gemeente of een bewindvoerder), zorg dan dat ook zij het huurbedrag voor 1 juli hebben gewijzigd.
Heeft u een automatische incasso, dan hoeft u niets te doen. Het bedrag wordt automatisch aangepast.
Bij inkomens boven de € 47.948 (alleenwonende) of € 55.486 (niet-alleenwonende) is een inkomensafhankelijke huurverhoging mogelijk. Bij deze inkomens mag €50 of €100 euro huurverhoging worden gegeven. ZVH verhoogt iets minder, namelijk €40 of €80.
Alle inkomens tellen mee bij het vaststellen van het huishoudinkomen. Dus ook de inkomens van kinderen, inwoners en kamerhuurders. Hoeveel inkomen wordt meegerekend is afhankelijk van hun leeftijd op 1 januari 2022.
Heeft u inwonende kinderen (of andere inwonende jongeren) die op 1 januari 2022 nog geen 23 jaar waren? Dan telt alleen het gedeelte boven het minimumloon mee.
Het inkomen van personen die op 1 juli 2022 in de woning wonen, telt mee. Woont uw kind bij u of een inwonende student? Hun inkomen telt ook mee voor uw huishoudinkomen. Maar alleen het gedeelte boven het minimumloon. Dit geldt voor jongeren die op 1 januari 2022 nog geen 23 jaar waren.
Bij het doorgeven van de inkomenscategorieën aan ZVH, heeft de Belastingdienst rekening gehouden met de leeftijd en het inkomen van de medebewoners. Hierbij is gekeken naar degene die op 1 april 2022 op uw adres stonden ingeschreven. Is een medebewoner tussen 1 april en 1 juli verhuisd, dan kan dat een reden zijn om bezwaar te maken.
Het gaat om het gezamenlijk jaarinkomen over 2020. De inkomens van alle bewoners op uw adres worden door de belastingdienst bij elkaar opgeteld. Van inwonende personen die op 1 januari 2022 nog geen 23 jaar waren, telt alleen het inkomen mee boven de minimumloon.
Wij hebben geen inkomensgegevens van huurders en ontvangen die ook niet. Wel krijgen wij van de Belastingdienst te horen of uw inkomen hoger is dan de grens om inkomensafhankelijk huurverhoging te mogen doorvoeren.
Bent u het niet eens met de huurverhoging, dan kunt u bezwaar maken door vóór 1 juli 2022 bij ons een bezwaarschrift in te dienen. Zie ook de website van de Rijksoverheid of de Huurcommissie voor meer informatie en een modelbrief.
Stuur het bezwaar en eventuele bewijsstukken naar:
ZVH
t.a.v Bezwaar huurverhoging
Peperstraat 86
1502 AK Zaandam
Of mail het naar info@zvh.nl. Geef in het onderwerp aan dat het gaat over bezwaar huurverhoging.
Let op: kijk eerst goed in welke gevallen u bezwaar kunt indienen. Wij kunnen uw bezwaar niet in behandeling nemen als niet één van de genoemde redenen bij u van toepassing is.
Als u een sociale huurwoning heeft kunt u bezwaar tegen de huurverhoging maken als:
Heeft u te maken met een inkomensafhankelijke huurverhoging? Dan kunt u ook nog in de volgende gevallen bezwaar maken:
Vrije sector
Bij huurverhoging in de vrije sector kunt u bezwaar maken als de verhuurder een ander (hoger) percentage gebruikt dan in het huurcontract is vermeld.
Nadat wij uw bezwaarschrift hebben ontvangen, ontvangt u van ons een schriftelijke bevestiging van uw bezwaar. In deze brief wordt, zo nodig, aangegeven welke eventuele acties van u nodig zijn zodat ZVH het bezwaar kan beoordelen.
Hierna wordt uw bezwaarschrift beoordeeld. Is uw bezwaar terecht, dan wordt de huurverhoging aangepast. Is het bezwaar niet terecht, dan ontvangt u een toelichting waarin wordt uitgelegd hoe ZVH tot deze conclusie is gekomen. Wij vragen u om uw bezwaar in te trekken. Dit vragen wij u omdat ZVH het bezwaar niet zelf ongegrond mag verklaren.
Indien u het bezwaar niet intrekt, zijn wij genoodzaakt een procedure te starten bij de Huurcommissie. De Huurcommissie toetst of het huurverhogingsvoorstel van ZVH redelijk is. Indien ZVH in het gelijk wordt gesteld, is de huurder verplicht de proceskosten van € 25,00 te betalen. Bent u het niet eens met de uitspraak van de Huurcommissie, dan kunt u de rechter vragen de huurprijs vast te stellen.
Met het indienen van een bezwaar is het duidelijk dat u het oneens bent met de huurverhoging. Het is verstandig om tijdens de bezwaarperiode de huurverhoging wel te betalen. Dit omdat uit ervaring blijkt dat de meeste bezwaarschriften niet gegrond zijn. Het neemt enige tijd in beslag voordat er een uitspraak is gedaan over uw bezwaar. Als ZVH of de Huurcommissie het eens is met uw bezwaar, dan krijgt u de te veel betaalde huur terugbetaald.
Wilt u dit niet, dan staat u wettelijk in uw recht om de oude huurprijs te blijven betalen.
Als uw inkomensverklaring van de Belastingdienst niet klopt, kunt u bezwaar bij ons maken. Vervolgens moet u er zelf voor zorgen dat de gegevens worden aangepast. Zodat de gegevens wel kloppen als wij, begin juli 2022, een nieuwe verklaring bij de Belastingdienst opvragen. Nadat u bezwaar heeft gemaakt bij ons, moet u het volgende doen:
Nee, dat mag niet. U kunt wel uw klacht over het onderhoud schriftelijk melden bij ZVH.
Op het formulier van de Huurcommissie staat inderdaad dat u een uittreksel Basisregistratie Personen (BRP, voorheen GBA) moet inleveren. Huurders van ZVH hoeven dit uittreksel niet in te leveren.
Ook niet wanneer uw bezwaar wordt doorgestuurd naar de Huurcommissie.
De afgelopen jaren is niet altijd op dezelfde manier vastgelegd of een woning sociaal of vrije sector was.
Het gaat erom, wat de huurprijs was op het moment dat de huurovereenkomst begon. En of dat bedrag destijds sociaal of vrije sector was.
Alle contracten ouder dan 1989 gelden ook als sociaal omdat vrije sector toen nog niet bestond. Het kan daardoor gebeuren dat een woning eerst wel, en nu niet als sociaal of vrije sector staat genoteerd. Of omgekeerd.
Voor woningen vanaf 1994 geldt sowieso dat de 1e maand huur (kale huurprijs) die u betaalde toen u in uw huidige woning ging wonen, bepaalt of uw sociale huurwoning hebt of niet. Dit is de aanvangshuurprijs. Was die hoger dan de huurliberalisatiegrens van toen? Dan is het huurcontract geliberaliseerd (vrije sectorwoning).
Op de website van de Rijksoverheid staat een duidelijk schema waarmee u zelf kunt nagaan of u in een sociale huurwoning of een vrije sector huurwoning woont.
De huur bestaat in de meeste gevallen uit twee delen; de netto huur en de servicekosten. Samen is dit de bruto huur.
De netto huur is de kale huur; de prijs die u betaalt voor de woonruimte. Boven de netto huur betalen sommige huurders servicekosten, zoals bijvoorbeeld schoonmaak- en of energiekosten voor gemeenschappelijke ruimten en kosten voor huismeester.
Kortom: netto huur + servicekosten = bruto huur.
Rekenhuur is een term uit de Huursubsidiewet. Het is de kale huur plus enkele subsidiabele servicekosten zoals lift, verlichting, schoonmaakkosten, huismeester en gemeenschappelijke ruimten.
De maximale huurprijs van een sociale woning is de huur die maximaal gevraagd mag worden door ZVH. Dit is afhankelijk van de kwaliteit van de woning. Deze kwaliteit wordt objectief gemeten met een puntensysteem van de overheid; het zogenaamde woningwaarderingsstelsel. Hoe hoger de kwaliteit, hoe meer punten een woning krijgt. Dit puntensysteem geldt alleen voor sociale huurwoningen. U kunt dit terugvinden op het klantportaal Mijn ZVH.
Nee, officieel niet. Bij vrije sector woningen mag een verhuurder/ woningcorporatie zelf de huurprijs bepalen.
De huurliberalisatiegrens is de sociale huurgrens. De huurliberalisatiegrens bepaalt of u een sociale-huurwoning bewoont of een woning in de vrije sector. Was de huurprijs bij de start van de huurovereenkomst lager dan of gelijk aan de toen geldende huurliberalisatiegrens? Dan heeft u een sociale-huurwoning. Was de aanvangshuurprijs hoger? Dan heeft u een geliberaliseerde (vrije-sector)woning.
Bij huurliberalisatie (vrije sector) heeft de verhuurder meer vrijheid om de huurprijs en de huurverhoging van een woning te bepalen. Het puntenstelsel, de maximale huurprijs en de maximale huurverhoging gelden niet voor geliberaliseerde huurovereenkomsten.
Meer informatie vindt u op de website van de Rijksoverheid.
Een verzoek tot huurverlaging is niet hetzelfde als bezwaar maken tegen de huurverhoging per juli. U kunt om de volgende redenen huurverlaging voorstellen:
De huurverlaging werkt niet met terugwerkende kracht maar gaat pas gelden op de voorgestelde ingangsdatum.
Is ZVH niet akkoord, dan kunt u uw verzoek voor huurverlaging voorleggen aan de Huurcommissie. Doe dit binnen zes weken ná de voorgestelde ingangsdatum. De Huurcommissie beoordeelt uw verzoek en geeft hun beslissing aan u door.
Een daling van het huishoudinkomen kan twee verschillende oorzaken hebben:
Samenstelling huishouden verandert
Als uw huishoudinkomen daalt doordat een gezinslid met inkomen niet meer op uw adres woont, kunt u een huurverlaging voorstellen. Doet u dit zo snel mogelijk na de wijziging in uw gezinssamenstelling.
U moet aantonen dat het huishoudinkomen is gedaald. Stuurt u ons het formulier huurverlaging samen met:
Inkomen gezinslid gedaald
Daalt het huishoudinkomen doordat het inkomen van één of meer gezinsleden daalt? Dan is het pas na het eind van het kalenderjaar mogelijk om dit aan te tonen met uw inkomensverklaring(en) van de Belastingdienst. Een inkomensdaling in 2021 kunt u dus pas medio 2022 aantonen.
Meld eerst schriftelijk de onderhoudsproblemen bij ZVH. Als wij u binnen zes weken niet laten weten of en wanneer we onderhoudswerkzaamheden doen, kunt u de Huurcommissie inschakelen. U kunt dan vragen om een uitspraak over een tijdelijke huurverlaging.
Huurders van een sociale huurwoning met een laag inkomen en een hoge huurprijs kunnen in 2022 mogelijk huurverlaging krijgen. Lees verder.