Vrije sector woningen zijn vaak direct beschikbaar, hebben geen wachttijden en u hoeft geen inschrijfkosten te betalen. Vrije sector huurwoningen hebben een huurprijs vanaf € 763,47 en de prijs wordt bepaald door vraag en aanbod.
Bekijk het actuele aanbod vrije sector huurwoningen.
Voor vrije sector huurwoningen gelden andere toelatingsregels dan bij sociale huurwoningen. Wilt u in aanmerking komen voor een huurwoning in de vrije sector dan hoeft u niet te voldoen aan de toelatingsregels die gelden voor sociale huurwoningen. Wel stelt ZVH een inkomenseis. ZVH wil hiermee voorkomen dat iemand een woning accepteert die zijn of haar financiële draagkracht te boven gaat en hierdoor in de (financiële) problemen kan raken.
Een corporatie kan besluiten tot het niet toewijzen van een huurovereenkomst. Dit is een overzicht van redenen van niet toewijzen.
Wees u er van bewust dat als u een vrije sectorwoning huurt, u geen aanspraak kunt maken op huurtoeslag.
De afgelopen jaren is niet altijd op dezelfde manier vastgelegd of een woning sociaal of vrije sector was.
Het gaat erom, wat de huurprijs was op het moment dat de huurovereenkomst begon. En of dat bedrag destijds sociaal of vrije sector was.
Daar komt bij: alle contracten ouder dan 1989 gelden ook als sociaal omdat vrije sector toen nog niet bestond.
Het kan daardoor gebeuren dat een woning eerst wel, en nu niet als sociaal of vrije sector staat genoteerd. Of omgekeerd.
Voor woningen vanaf 1994 geldt sowieso dat de 1e maand huur (kale huurprijs) die u betaalde toen u in uw huidige woning ging wonen, bepaalt of uw sociale huurwoning hebt of niet. Dit is de aanvangshuurprijs. Was die hoger dan de huurliberalisatiegrens van toen? Dan is het huurcontract geliberaliseerd (vrije sectorwoning).
Op de website van de Rijksoverheid staat een duidelijk schema waarmee u zelf kunt nagaan of u in een sociale huurwoning of een vrije sector huurwoning woont.
Bij vrije sector-huurwoningen mag een verhuurder/woningcorporatie zelf de huurprijs bepalen.
De huurprijs mag eens in de 12 maanden worden verhoogd. Een tussentijdse huurverhoging na verbetering van de woning is wel toegestaan.
Het puntensysteem voor huurwoningen en de maximale huurprijzen zijn niet van toepassing.
Er is geen maximale huurverhoging, tenzij in het huurcontract een indexeringsclausule is opgenomen. Voor meer informatie zie de website van de rijksoverheid.
De huur bestaat in de meeste gevallen uit twee delen; de netto huur en de servicekosten. Samen is dit de bruto huur.
De netto huur is de kale huur; de prijs die u betaalt voor de woonruimte. Boven de netto huur betalen sommige huurders servicekosten, zoals bijvoorbeeld schoonmaak- en of energiekosten voor gemeenschappelijke ruimten en kosten voor huismeester.
Kortom: netto huur + servicekosten = bruto huur.
Rekenhuur is een term uit de Huursubsidiewet. Het is de kale huur plus enkele subsidiabele servicekosten zoals lift, verlichting, schoonmaakkosten, huismeester en gemeenschappelijke ruimten.
De huurliberalisatiegrens is de sociale huurgrens. De huurliberalisatiegrens bepaalt of u een sociale-huurwoning bewoont of een woning in de vrije sector. Was de huurprijs bij de start van de huurovereenkomst lager dan of gelijk aan de toen geldende huurliberalisatiegrens? Dan heeft u een sociale-huurwoning. Was de aanvangshuurprijs hoger? Dan heeft u een geliberaliseerde (vrije-sector)woning.
Bij huurliberalisatie (vrije sector) heeft de verhuurder meer vrijheid om de huurprijs en de huurverhoging van een woning te bepalen. Het puntenstelsel, de maximale huurprijs en de maximale huurverhoging gelden niet voor geliberaliseerde huurovereenkomsten.
Meer informatie vindt u op de website van de Rijksoverheid.